overgenomen uit de nieuwsbrief van GroeneKerken

Door Jaap Dekker, Hoogleraar Bijbelonderzoek en christelijke identititeit aan de Theologische Universiteit Kampen-Utrecht en spreker voor A Rocha Nederland

Toen bisschop Desmond Tutu in 1995 voorzitter werd van de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika, werd hem geregeld gevraagd of hij niet te optimistisch was over een goede afloop. Steevast zei Tutu dan dat hij inderdaad weinig reden had om optimistisch te zijn, maar dat hij een man van de hoop was. En hoop is sterker dan optimisme.

Later zei Tutu hetzelfde over het Israëlisch-Palestijnse conflict, maar je kunt zijn woorden ook beluisteren met de huidige klimaatcrisis in gedachten:

‘Ik ben niet optimistisch over het einde daarvan, want om optimistisch te kunnen zijn heb je duidelijke tekens nodig dat er echt iets aan het veranderen is en die zijn er niet. Maar dat betekent niet dat ik zonder hoop ben. Ik ben een christen. Mijn geloof dwingt mij te hopen tegen de hoop in, en mijn vertrouwen te stellen in dingen die nog niet te zien zijn. Hoop blijft, ondanks bewijs van het tegendeel, onverschrokken door tegenslag en teleurstelling. Hopend tegen de hoop in, geloof ik dat er een oplossing komt. Het zal niet perfect zijn, maar het kan rechtvaardig zijn; en als het rechtvaardig is, zal het een toekomst van vrede inluiden.’

Tutu noemde dit graag de droom die God heeft voor al zijn kinderen. Ik geloof dat dit Gods droom voor heel zijn schepping is, die mij een christelijk perspectief aanreikt om hoopvol in het leven te staan. Deze droom inspireert mij om ook in mijn eigen leven telkens weer nieuwe stapjes te zetten op het gebied van duurzaamheid. Je kunt wel eens het gevoel hebben dat het weinig zoden aan de dijk zet om je eigen tuin – of die van de kerk! – insectenvriendelijk te maken, regentonnen te plaatsen of meer te fietsen, maar je richt er zichtbare tekens van hoop mee op.

Naar aanleiding van de opstanding van Jezus moedigt Paulus ons aan om standvastig te zijn en altijd overvloedig in het werk van de Heer, omdat onze arbeid niet vergeefs is in de Heer (1 Korintiërs 15:58). Dat werk van de Heer mag breed worden opgevat. Denk daarbij niet enkel aan ‘kerkenwerk’, want inzet voor vrede en recht hoort er ook bij, en zorg voor Gods schepping evenzeer. Er ligt voor de schepping een toekomst van vrede in het verschiet. Omdat God zijn werk niet loslaat en omdat Jezus leeft. Onrecht en dood hebben niet het laatste woord. En daarom ook fossiele brandstoffen, plastic soep en dichtgetegelde tuinen niet.

Prachtig heeft Ida Gerhardt het verwoord in haar ‘Lof van het onkruid’: ‘Het onkruid wint het laatste gevecht.’ Hoewel Gerhardt daarbij primair aan de miljoenen onthechte mensen heeft gedacht, laten haar woorden zich net als die van bisschop Tutu prima met christelijke hoop voor de schepping verbinden.

Commissie Groene Kerk