Ik ben…

In het Johannesevangelie staan zeven beroemde uitspraken van Jezus die beginnen met de woorden ‘Ik ben…’.

Die uitspraken zijn:
– Ik ben het brood dat leven geeft  (Johannes 6:35)
– Ik ben het licht voor de wereld (Johannes 8:12)
– Ik ben de deur (Johannes 10:9)
– Ik ben de goede herder (Johannes 10:11)
– Ik ben de opstanding en het leven (Johannes 11:25)
– Ik ben de weg, de waarheid en het leven (Johannes 14:6)
– Ik ben de ware wijnstok (Johannes 15:8)

Zo stelt Jezus zichzelf voor. Het zijn zeven heel verschillende beelden, maar opvallend is dat alle zeven uitspraken niet alleen over Jezus gaan maar ook over de wereld, over de mensen die hem volgen. Als je zeven keer over Jezus vertelt, vertel je ook zeven keer over wat hij voor mensen betekent. Vandaag horen we het verhaal over de eerste uitspraak:
‘Ik ben het brood dat leven geeft’.

Troostwijk

Het verhaal speelt zich af in Kafarnaüm, een stadje aan het meer van Galilea (ook wel meer van Tiberias genoemd; zie Johannes 6:1). Kafar betekent dorp of kleine stad, Nahum is een naam die ook troost betekent. De navertelling van deze zondag speelt zich daarom af in het plaatsje Troostwijk.

Verhaal: Een wonder in Troostwijk

Er gebeurt nooit zoveel bijzonders, in het kleine stadje Troostwijk. De vissers gaan ’s ochtends vroeg naar het meer en verkopen hun vis later op de markt. Er wordt gewerkt en gepraat, gerust en gelachen. Maar vandaag is er iets bijzonders. Jezus vertelt over God en veel mensen komen luisteren. ‘Rabbi’, zeggen ze, ‘meester, kunt u een wonder doen? Lang geleden maakte Israël ook een wonder mee, toen ze met Mozes door de woestijn trokken. Er kwam brood uit de hemel, de mensen konden het zo oprapen. Kunt u ook zoiets doen? Dan kunnen wij in u geloven!’ Jezus kijkt omhoog. De mensen kijken vol spanning met hem mee. Zou er nu brood uit de hemel komen? Zou dat echt kunnen: zo’n wonder, gewoon hier in Troostwijk? Maar er komt geen brood. Jezus wijst naar boven: ‘Mijn Vader’, zegt hij. ‘Mijn Vader, díe geeft mensen wat ze nodig hebben. Je denkt toch niet dat Mozes voor dat wonder gezorgd heeft? Dat heeft God gedaan. En nu doet God het weer, want Hij heeft mij gestuurd. Ik ben het brood dat leven geeft.’ Verbaasd kijken de mensen naar Jezus. Wat bedoelt hij? ‘Om te leven heb je brood nodig’, legt Jezus. ‘Om écht te leven, eeuwig te leven, heb je mij nodig. Geloof dat. Daarvoor heeft de Vader mij gestuurd.’ De mensen uit Troostwijk luisteren goed naar Jezus. Hier willen ze meer over weten!

Gebed:
Wij danken U, hemelse Vader, voor Uw Zoon Jezus die niet alleen wonderen doet maar zelf een wonder is. Wij danken U omdat U hem aan ons gegeven hebt zodat wij kunnen geloven. Amen

Met dit werkblad oefenen we de ‘ik ben’ -uitspraken van Jezus. Je ziet 16 plaatjes, een aantal daarvan past bij de uitspraken. Kan jij zien welke? En welke plaatjes passen bij jou? Of heb je een ander beeld van jezelf? Op het tweede werkblad kan je een grote tekening maken van het beeld wat jij hebt bij jezelf.

Nodig: kleurpotloden, stiften.