Hallo Allemaal,

Vandaag is het de derde adventszondag we gaan verder met ons project. Samen zijn we op weg naar Kerst. Elke week verschijnt hier een filmpje, gemaakt door het theater duo ‘Schapen en zo’. Dat zijn twee meiden die heel mooi kunnen zingen en toneelspelen. In het filmpje dragen ze schapen maskers die horen bij hun theater-naam. Want zo zeggen ze “We zijn allemaal schapen van de Goede Herder”. Laten we snel gaan kijken wat ze deze keer beleven, door het filmpje te starten.

Wat waren ze moe van het zoeken. Zo moe dat ze languit bij een mooi zwembad gingen liggen.
Daar bracht een bediende hen ook nog eens allemaal lekkere dingen.
Wat voelden ze zich rijk, bijzonder en belangrijk.
Wanneer voel jij je belangrijk en bijzonder?

Toch gingen ze daar weer weg.
Weet jij ook waarom?
Ze gingen verder met zoeken met behulp van de kaart.
Waar zouden ze uitkomen denk jij?
Volgende week kijken we samen verder.

In het verhaal van deze zondag vragen de vrienden van Jezus zich af ‘Wie van ons is het belangrijkste?’.
Het staat in Marcus 9:33-37

Wie Is De Belangrijkste

Wie is de belangrijkste?

Jezus en zijn vrienden maken een wandeling.
Een lange wandeling, dat doen ze vaak.
Tijdens het wandelen vertelt Jezus dan van alles aan zijn vrienden. Hij lijkt wel een meester die les geeft aan een klas met kinderen.

Maar wat Jezus nu vertelt…
‘Over een poosje zal ik gevangen genomen worden’, zegt Hij.
‘De mensen zullen me doden. Maar drie dagen later sta Ik weer op uit de dood’.
Jezus’ vrienden kijken elkaar aan. Horen ze het goed?
Denkt Jezus echt dat de mensen Hem gevangen gaan nemen?
Dat het verkeerd gaat aflopen? Dat kan niet, hoor.
Daar willen ze niet over praten.
Ze willen er niet eens over nadenken, over zulke erge dingen.
Ze denken liever aan iets anders.
Bijvoorbeeld aan eh… wie van hen het belangrijkste is!
Want dat is goed om te weten, voor als Jezus koning wordt. Dat je dan weet wie het belangrijkste is en wie Jezus mag helpen met regeren.
‘Ik ben Jezus’ beste vriend’, zegt Johannes. ‘Dus ik ben het belangrijkste’.
‘Maar ik durf altijd alles’, zegt Petrus. ‘Ik ben voor niemand bang. Ik was niet eens bang met die erge storm, toen de boot bijna ging zinken. Ik denk dat Jezus mij belangrijker vindt dan jou, Johannes’.
Pff’, zegt Judas. ‘Maar ik ben nog veel belangrijker. Ik zorg ervoor dat we genoeg geld hebben om eten te kopen’.
‘Maar ik ben de allerbelangrijkste’, zegt Tomas. ‘Want ik denk altijd goed na’. Jezus’ vrienden krijgen er bijna ruzie over. Wie is er nou het belangrijkste?

‘Hé, jongens’, zegt Jezus als ze thuis zijn. ‘Waar hadden jullie het nou over zonet? Ik hoorde jullie zo druk praten met elkaar’.
Petrus en Johannes kijken elkaar aan. Maar ze zeggen niets. En Judas en Tomas zeggen ook niks. Ze voelen zich ineens een beetje dom dat ze er ruzie over gemaakt hebben.
‘Kom eens allemaal bij Me’, zegt Jezus en Hij gaat midden op de markt op een steen zitten. ‘Ik wil jullie wat vertellen. Iets wat je moet weten als je mijn leerling bent. Wil je de belangrijkste zijn? Dan moet je beginnen met je zelf níet belangrijk vinden. Je moet andere mensen juist belangrijk vinden. Je moet andere mensen helpen. Iedereen’.
Het is druk op de markt. Er komt een moeder langs met een klein meisje. Een peutertje dat nog maar net kan lopen. Ze loopt recht op Jezus af met haar armpjes wijd. Ze valt bijna, maar ze grijpt zich nog nét op tijd vast aan Jezus’ been. Petrus zucht. O nee, denkt hij. Daar komt weer zo’n lastig kind. Hij wil het meisje al aan de kant duwen. Want kinderen zijn best wel lief hoor. Maar ze zijn niet belangrijk. Ze tellen niet echt mee. Dat weet iedereen. Zo’n kind moet niet storen als Jezus net wat wil uitleggen. Maar Jezus tilt het meisje op zijn knie en slaat een arm om haar heen. Het meisje kijkt naar Jezus’ baard, en ze trekt eraan. En Jezus lacht. ‘Als je bij Mij hoort’, zegt Hij tegen zijn vrienden, ‘dan moet je aandacht hebben voor mensen die niet meetellen. Voor kinderen bijvoorbeeld. Als je zo’n kleintje helpt, dan help je Mij. Als je iets aardigs doet voor een kind, dan is het alsof je dat voor Mij doet. Als je een zwerver te eten geeft, dan is het alsof je Mij te eten geeft. En je doet het niet alleen voor Mij, maar je doet het ook voor God, mijn Vader’.
Het kleine meisje laat zich van Jezus’ knie afzakken en rent terug naar haar moeder, die op een afstandje staat. Petrus kijkt haar na.
‘Dus kinderen zijn belangrijk’, zegt Jezus. ‘Kinderen tellen ook mee’.
En als je zo’n kindje helpt, help je eigenlijk Jezus zelf.
Dat is iets om over na te denken…

Wat was het weer een mooi verhaal!
Wisten jullie al hoe belangrijk jullie zijn, jullie tellen mee zegt Jezus.
Laten we dit samen zingend aan iedereen laten horen door het zingen van het projectlied.
Het projectlied is elke week hetzelfde. Zo oefenen we elke week, en kunnen we het met Kerst vast super goed meezingen.

Ik hoop dat jullie het leuk vonden, tot de volgende keer.