Datum 23 juni 2024
Aanvang 09:30
Locatie Emmaüskerk
Voorganger ds. W.G. van Iperen
1e collecte Diaconie
2e collecte Eigen kerkelijk werk


.

Orde van Dienst

Voorafgaande aan de dienst: orgelspel

VOORBEREIDING
Kavóca: – Alleluia – Tchaikovsky(intrada uit Liturgy of St John Chrysostom)
             
Glorie zij aan U, o Heer – Taizé 96 (tijdens oplopen)
Koor 1e maal, waarna ALLEN) 

Kavóca en samenzang: Loof overal, loof al wat adem heeft – B. Harwood (1859-1949)(descant P. Leddington Wright) 
Allen 1 en 2 (2 met koor descant)  

    

           

Welkom ouderling

Drempelgebed (n.a.v. Psalm 84)
V Naar u, Heer, gaat mijn verlangen uit.
A In uw huis willen we wonen.
V God van de hemelse machten, hoor ons gebed.
A Luister naar ons en zie naar ons om.
V Als een vogel wil ik schuilen bij U.
A Gelukkig wie wonen in uw huis. Amen.

Kom Schepper, Geest – J.S. Bach (Koor 1 en 2,Allen 4 en 6)

1. Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons Uw intocht Heer,
houd Gij bij ons Uw intocht Heer
met hemelse barmhartigheid.

2. Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de Bron waaruit het Leven springt,
het Liefdevuur dat ons doordringt.


Stilte
Bemoediging en groet
V Onze hulp is de naam van de Heer,
A die hemel en aarde gemaakt heeft.
V Zijn genade en vrede is met u allen.
A Amen.                                              

Kavóca zingt ter inleiding op het gebed  God in ons midden – t: A.F. Troost/m: arr. M. Wilberg (Koor)

God in ons midden, Heer, wij aanbidden met al Uw kinderen wereldwijd,
Uw trouw aan mensen, Uw onbegrensde, Uw ongekende majesteit.

Licht van de overkant, fakkel die eeuwig brandt, o vlam die ons naar Gods hand geleidt,
wie lopen in Uw Licht, zie, over hun gezicht, valt al de glans der eeuwigheid.

Valt al de glans der eeuwigheid.

Gebed om ontferming

Gloria

Kavóca zingt als respons op het gebed: Glory be to the Father – J.B. Dykes (kort)
Glory be to the Father, and to the Son
and to the Holy Ghost. 
As it was in the beginning, world without end. Amen

(Lofprijzing): Eer aan de Vader, aan de Zoon
en aan de Heilige Geest.
Zoals het was in het begin, wereld zonder einde. Amen.

We zingen: Hoe lief’lijk, hoe vol heilgenot – Ps 84: 1 (OB) & ZG 213: 1 en 3 (‘wonen bij God’) (SATB en SZ)
1. Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot,                    
o Heer’ der legerscharen God,                              
zijn mij Uw Huis en tempelzangen.              
Hoe branden mijn genegenheen,       
om ‘s Heeren voorhof in te treen!          
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen.           
Mijn hart roept uit tot God, Die leeft     
en aan mijn ziel het Leven geeft.                                 

2. Dit Huis, een Herberg onderweg  
voor wie verdwaald in heg en steg, 
geen rust, geen ruimte meer kon vinden.  
Een toevluchtsoord in de woestijn    
voor wie met olie en met wijn
pijnlijke wonden liet verbinden,
dit Huis, waarin men smarten deelt,
weet hoe Gods Liefde harten heelt.

3. Dit Huis, met liefde opgebouwd,
dit gastenhuis voor jong en oud,
ligt langs de weg als een oase;
Hier kan men putten: nieuwe kracht,
hier is beschutting voor de nacht,
hier is het elke zondag Pasen! Gezegend al wie binnengaat
en hier zijn lasten liggen laat.

Rondom het Woord
Gebed voor de opening van de schrift

Moment met de kinderen, waarna zij naar de kindernevendienst gaan

Inleiding op de eerste lezing

Wees hier aanwezig, Woord ons gegeven – NLB 295 – Huub Oosterhuis (koor, samenzang en solo Lucie Tromp)

Lezing Psalm 84

1Voor de koorleider. Op de wijs van De Gatitische. Van de Korachieten, een psalm.
2Hoe lieflijk is uw woning,
HEER van de hemelse machten.
3Van verlangen smacht mijn ziel
naar de voorhoven van de HEER.
Mijn hart en mijn lijf roepen
om de levende God.
4Zelfs de mus vindt een huis
en de zwaluw een nest
waarin ze haar jongen neerlegt,
bij uw altaren, HEER van de hemelse machten,
mijn koning en mijn God.
5Gelukkig wie wonen in uw huis,
gedurig mogen zij u loven.

6Gelukkig wie bij u hun toevlucht zoeken,
met in hun hart de wegen naar u.
7Trekken zij door een dal van dorheid,
het verandert voor hen in een oase;
rijke zegen daalt als regen neer.
8Steeds krachtiger gaan zij voort
om in Sion voor God te verschijnen.
9HEER, God van de hemelse machten, hoor mijn gebed,
luister naar mij, God van Jakob.

10God, ons schild, zie naar ons om,
sla goedgunstig het oog op uw gezalfde.
11Beter één dag in uw voorhoven
dan duizend dagen daarbuiten,
beter op de drempel van Gods huis
dan wonen in de tenten der goddelozen.
12Want God, de HEER, is een zon en een schild.
Genade en glorie schenkt de HEER,
zijn weldaden weigert hij niet
aan wie onbevangen op weg gaan.
13HEER van de hemelse machten,
gelukkig de mens die op u vertrouwt


NLB 25B              Houd mij in Leven – H. Oosterhuis (Psalm 25 en Matth. 11:3) (Koor 1x refr., waarna Allen)

Meditatie

Licht dat ons aanstoot: 1a-3b/Wie in de schaduw Gods mag wonen – NLB 91a: 1 en 2 (Psalm 91) (Koor 1 – Allen 2)

(t: Huub Oosterhuis)
Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig Licht waarin wij staan
koud, één voor één en ongeborgen, Licht overdek mij, vuur mij aan.
Veelstemmig Licht om aan te horen, zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, Eerstgeboren, Licht, laatste Woord van Hem die Leeft.

(t: Jan Duin)
Wie in de schaduw Gods mag wonen, hoeft niet te vrezen voor de dood.
Zoekt u bij Hem een onderkomen, dan wordt Zijn Vrede u tot brood.
God legt Zijn vleugels van genade beschermend om u heen als Vriend

en Hij bevrijdt u van het kwade, opdat u eens geluk zult zien.

Lezing: Psalm 84, Huub Oosterhuis (150 psalmen vrij)
Dat prachthuis
dat daar staat, op Groene Heuvel
wijdgevleugelde schaduwrijke waranda’s
hoge ramen diepe kamers
dat Huis van jou
waar alles welkom is, waar alles woont –
de mussen mogen mee aan tafel
de zwaluw vlecht haar nest onder de goot
ik ben een van haar jongen.

Onrustig is mijn hart, onstuimig heb ik
naar deze plek verlangd.

Mensen waar ook geboren,
weten niet wat hen drijft,
gaan op reis naar jou toe.
Dwars door leeg land
wateren over, zwarte, door wouden
over De Bergkam, over de top
blindelings gaan ze.

En dan op een dag,
daar staan ze. Mogen wij hier zijn?
Je mag.
Slaan ze hun tenten op
tussen jouw ceders, onder jouw eiken
liggen languit in hoogwuivend gras –
verzaligd.

Liever één dag vlak bij jou
dan duizend ver van je weg
liever één dan duizend ver van je weg.

Adoramus te Christe – T. Dubois (1837-1924) (koor)
Adoramus te Christe et benedicimus tibi
Quia per sanctam crucem tuam redemisti mundum.

Wij aanbidden U Christus en zegenen U,
omdat U door Uw heilig kruis de wereld verlost hebt.

Koor en Samenzang: Dank U, Jezus voor Uw leven – J. Stainer (K1 – A 2 en 3)

Dank U Jezus voor Uw leven, voor Uw Licht dat naar ons wenkt.

Voor Uw strijd en overwinning, voor de Vrede die U brengt.

Laat oprecht ons loflied klinken. Laat ons hart nu dankbaar zijn.

Laat ons steeds Uw Woord beminnen. Laat ons Uw getuigen zijn.

(met koorbovenstem)
Dank o Vader voor dit Wonder, dank o Zoon, die overwon.
Dank o Geest, o God Drie-enig, voor een leven in Uw zon.

In Memoriam (zo nodig)

Gebeden

Afsluiten met ALLEN gesproken Onze vader

mededelingen

collecte
de kinderen van de KND komen terug, de kinderen van de oppas kunnen worden gehaald  (kan onder Verleih uns Frieden)

(Psalm 37: 10-11)
Kavóca zingt: Verleih’ uns Frieden – F. Mendelssohn (tekst M. Luther (1531)
Verleih’ uns Frieden gnädiglich, Herr Gott, zu unsern Zeiten!
Es ist doch ja kein Andre nicht der für uns könnte streiten,
denn du, unsere Gott alleine.

Schenk ons in Uw genade vrede, Here God, in deze tijd!
Er is toch immers niemand, die voor ons kan strijden
dan U, onze God alleen.

Koor en samenzang/Slotlied: Wonen overal nergens thuis – NLB 419 – t: Huub Oosterhuis
1 Wonen overal nergens thuis,
Aarde, mijn aarde, mijn moeders huis.
Vallende sterren, de schim van de maan,
Mensen die opstaan en leven gaan. Mensen, veel geluk.


2 Wonen overal even thuis
Handel en wandel en huis na huis
Loven en bieden op waarheid en waan,
Wagen en winnen en verder gaan. Mensen, veel geluk.

* Vers 3 in canon: I. wonen overal / II. wonen overal… (vers 3 twee maal in canon)

3 Wonen overal bijna thuis
Aarde mijn hemel mijn vadershuis
Stijgende sterren, de lach van de maan
Mensen die dromend een stem verstaan. Mensen, veel geluk.

Zegen

Tijdens uitlopen (recession)

Zegen elk mensenkind – t: A. van Noord/m: F. Mendelssohn